mokkelen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mok·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
mokkelen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
mokkelen |
mokkelde |
gemokkeld |
zwak -d | volledig |
- iemand omhelzen en kussen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'mokkelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mokkelen" herkend door:
36 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ mokkelen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be