mokeren
- mo·ke·ren
mokeren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
mokeren |
mokerde |
gemokerd |
zwak -d | volledig |
- een harde slag toebrengen; hard slaan
- Waarom gebeuren het lassen, mokeren, drillen en andere extreem lawaai producerende arbeid niet overdag? [3]
- Dat kon ook met de ellendige geluidsmix te maken hebben, want wat je hoorde stemde lang niet altijd overeen met wat je zag. 'Introducing The Band' klonk flets en kleurloos, maar zelfs het venijnige 'Trash' -doorgaans een uppercut die het publiek in één klap knock out mokert, bracht nauwelijks reactie teweeg. [4]
- Het woord mokeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mokeren" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ mokeren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Frankenhuis, D.Ingezonden brief: "Waarom mag het GVB mensen nachtenlang uit hun slaap houden?" (2 november 2015) op website: parool.nl; geraadpleegd 2019-11-11
- ↑ Steenhaut, B.Suede verliest de strijd met de geluidsman op de Lokerse Feesten (9 augustus 2012) op website: deMorgen.be; geraadpleegd 2019-11-11
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be