Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • moe·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moeken moekens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het moekeno

  1. vrouw die de moeder is van een kind
Synoniemen

Gangbaarheid

19 % van de Nederlanders;
17 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be