mismeesteren
- mis·mees·te·ren
- samenstelling van mis en meesteren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
mismeesteren |
mismeesterde |
mismeesterd |
zwak -d | volledig |
mismeesteren
- (België) helemaal verknoeien
- De chirurg heeft de operatie helemaal mismeesterd.
- Het woord mismeesteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mismeesteren" herkend door:
25 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be