meesteren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mees·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
meesteren |
meesterde |
gemeesterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
meesteren [1]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord meesteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.