• mi·li·eu·scha·de
enkelvoud meervoud
naamwoord milieuschade milieuschades
milieuschaden
verkleinwoord

de milieuschadev / m

  1. aantasting van het (leef)milieu
    • De milieuschade werd veroorzaakt door de fabriek waardoor mensen ziek werden. 
    • De milieuschade die Nederland oploopt door de uitstoot van schadelijke stoffen bedraagt jaarlijks 31 miljard euro. Dit verlies voor de Nederlandse samenleving staat gelijk aan 4,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp), berekent het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een vandaag verschenen studie. [1]