• mi·li·eu·eco·noom
enkelvoud meervoud
naamwoord milieueconoom milieueconomen
verkleinwoord - -

de milieueconoomm

  1. (economie) econoom die het milieu serieus neemt als factor in de economie
    • De economiewetenschapper (“milieueconoom”) Niko Paech eist een afbouw van de industrie in Duitsland en een duidelijke reductie van de gebruikelijke arbeidstijd. [1]