migrantenhuwelijk
- mi·gran·ten·hu·we·lijk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | migrantenhuwelijk | migrantenhuwelijken |
verkleinwoord |
het migrantenhuwelijk o
- huwelijk tussen migranten
- Het beeld van migrantenhuwelijken wordt gekleurd door het verschijnsel importbruiden. De Valk: “Dat is een kleine minderheid. Bij gemiddeld 10 procent van de in 2009 gesloten huwelijken onderallochtonen was sprake van een ‘importpartner’.[1]
- Nu de Vreemdelingenwet de asielprocedures vermindert, is de volgende stap de aanpak van huwelijksimmigratie, in omvang het dubbele van het aantal vluchtelingen. Tweede en derde generatie migrantenhuwelijken moeten actief ontmoedigd worden en uithuwelijken moet worden verboden. Toegelaten immigranten moeten hun achternaam vernederlandsen, zoals in immigratielanden gebruik is. Ambtenaren van de burgerlijke stand moeten de voornaam Mohammed ontraden. Nederlandse jongens heten ook geen Jezus; dat doen ze alleen in Mexico.[2]
- Het woord migrantenhuwelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.