Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mid·get·golf
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘miniatuurgolf’ voor het eerst aangetroffen in 1954 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord midgetgolf
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het midgetgolfo [3]

  1. (sport) golfspel op sterk verkleinde schaal met hindernissen als tunnels, bruggen, loopings en scherpe bochten
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
midgetgolfen

midgetgolf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van midgetgolfen
    • Ik midgetgolf. 
  2. gebiedende wijs van midgetgolfen
    • Midgetgolf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van midgetgolfen
    • Midgetgolf je? 

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen