Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mid·den·in·ko·men
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord middeninkomen middeninkomens
verkleinwoord middeninkomentje middeninkomentjes

Zelfstandig naamwoord

het middeninkomeno

  1. (economie) gemiddelde over alle verdiende inkomens
     Het kabinet ziet toch mogelijkheden om dit jaar nog iets te doen aan de koopkracht van de mensen met een laag of middeninkomen.[1]
  2. persoon met zo'n inkomen
    • Nibud-directeur bezorgd over middeninkomens [2] 
    • Volgens de CPB-gegevens is de rijkste 1 procent van Nederland 21 procent van het inkomen kwijt aan belasting, terwijl dat bij middeninkomens en hoge inkomens 40 procent is. [3] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Rutte wil kijken naar toeslag van 500 euro voor lage en middeninkomens” (15 juni 2022), NOS
  2. www.nu.nl
  3. www.parool.nl (25 mrt 2022)