• mid·del·stuk
enkelvoud meervoud
naamwoord middelstuk middelstukken
verkleinwoord middelstukje middelstukjes

het middelstuko [1]

  1. een stuk dat tussen twee andere stukken in ligt
     Aangezien er minstens tien samenhangende hectares nodig waren, moest een van de grote eigenaars het kleine middelstuk kopen.[2]