Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mid·dag·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord middagprogramma middagprogramma's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het middagprogrammao

  1. activiteit in de middaguren
  2. radio- of televisieprogramma dat in de middaguren wordt uitgezonden
     13.00 uur: begin middagprogramma WK atletiek op NPO 1 en NOS.nl[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Sport
    “Welke topsport zendt de NOS vrijdag live uit?” (Donderdag 27 augustus 2015, 21:26), NOS