Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mi·cro·spo·re
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord microspore microsporen
verkleinwoord microsporetje microsporetjes

Zelfstandig naamwoord

de microsporev / m

  1. (plantkunde) de kleinste van de twee sporenvormen die worden voortgebracht

Gangbaarheid

Meer informatie