metterdaad
- Geluid: metterdaad (hulp, bestand)
- met·ter·daad
- In de betekenis van ‘bijwoord van modaliteit: werkelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1567 [1]
- Eigenlijk de vaste woordgroep met der daad (waarin der een versteende datief vrouwelijk enkelvoud is). [2]
metterdaad [3]
1.
- Het woord metterdaad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "metterdaad" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "metterdaad" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ metterdaad op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be