Nederlands

 
metrohalte
Uitspraak
Woordafbreking
  • me·tro·hal·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord metrohalte metrohalten
metrohaltes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de metrohaltev / m

  1. station waar metrotreinen stoppen om passagiers te laten in- of uitstappen
     Bij metrohalte Barrikade stapte ik uit en bestudeerde op de roltrap omhoog de sombere gezichten van de afdalende Moskovieten, die de dikke sneeuwvlokken nog op hun jas droegen.[1]
     In de oostelijke volkswijk ligt naast metrohalte Portazgo het Campo de Fútbol de Vallecas, een lust voor het oog voor de ware stadionliefhebber.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact  , ISBN 9789045024875
  2.   Weblink bron
    Minne Groenstege
    “Ook deze clubs in La Liga zijn het volgen zeker waard” (15-08-2018), Tubantia