messentrekker
- mes·sen·trek·ker
- samenstelling van mes en trekker met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | messentrekker | messentrekkers |
verkleinwoord | messentrekkertje | messentrekkertjes |
de messentrekker m
- iemand die een mes trekt.
- iemand die bij een vechtpartij gauw het mes trekt.
- Het woord messentrekker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.