merkengek
- mer·ken·gek
- samenstelling van merk en gek met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | merkengek | merkengekken |
verkleinwoord | merkengekje | merkengekjes |
de merkengek m
- een dwaas die veel te veel geld uitgeeft omdat alles van de duurste merken moet zijn
- Een merkengek koopt geen tas maar een 'Louis Vuitton'.
- Het woord 'merkengek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.