Nederlands

 
het gezellige melkuur
Uitspraak
Woordafbreking
  • melk·uur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord melkuur melkuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het melkuuro

  1. tijdstip waarop men gewoonlijk de koeien melkt

Gangbaarheid

50 % van de Nederlanders;
43 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be