mele

  1. genitief meervoud van mela


  • me·le

mele v mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mela


  • IPA: /mɛːlə/, /mɛːl/
  • Afgeleid van het Angelsaksische melu

mele

  1. (voeding) bloem; fijngemalen poeder, meestal van granen


mele

  1. (voeding) meel; (fijn) gemalen graan


  • me·le

mele

  1. datief enkelvoud van mela
  2. locatief enkelvoud van mela

mele

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord mlít