• me·ga·suc·ces
enkelvoud meervoud
naamwoord megasucces megasuccessen
verkleinwoord

het megasucceso

  1. iets dat heel goed geslaagd is
    • Toch ziet Hassler-Forest dat de populariteit licht daalt. Hij wijst op House (met Hugh Laurie) als het laatste megasucces binnen het genre. "Daarin werd wekelijks een ander probleem opgelost. Series van nu hebben meer een romanstructuur met één verhaal en een duidelijk begin, midden en eind. Ziekenhuisseries met de blik op oneindig en een constant komen en gaan van personages, lenen zich minder goed voor die vorm." [1] 
    • De jaren 80 zijn Bowie in commercieel opzicht gunstig gezind. Van cult-fenomeen wordt hij dankzij het album Let's dance een echte popster, die "the middle of the road" bewandelt. Bowie treedt op in stadions. Zijn Glass Spider Tour is een financieel megasucces, maar volgens critici een artistiek debacle. [2] 
    • Het werd een megasucces. "Hiermee zetten we Almelo op de kaart", hoorde ik veel mensen zeggen. Makkinga kreeg dankbrieven van mensen die hij niet kende. [3] 
93 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]
  1. Tubantia G. Tienhooven 10 januari 2017, Mystieke ziekenhuisseries: we smullen er van
  2. Tubantia S. Raatgever 12 januari 2017 De grilligheid van David Bowie
  3. Tubantia M. Tettero 9 mei 2017 'Meer kanonnen dan vorige keer' op Historisch Festival Almelo
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be