meetcel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- meet·cel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van meet ww en cel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meetcel | meetcellen |
verkleinwoord | meetcelletje | meetcelletjes |
Zelfstandig naamwoord
de meetcel m
- (milieukunde) meetstation dat de luchtkwaliteit meet
- Het burgerplatform heeft tienduizenden meetcellen geleverd om de luchtkwaliteit te meten.
Synoniemen
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meetcel" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be