meesterresultaat
- mees·ter·re·sul·taat
- samenstelling van meester en resultaat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meesterresultaat | meesterresultaten |
verkleinwoord | meesterresultaatje | meesterresultaatjes |
het meesterresultaat o
- (sport) een wedstrijduitkomst (bij bijvoorbeeld schaken of dammen)die zo goed is dat de meestertitel gevoerd mag worden
- De 20-jarige speler heeft een meesterresultaat behaald.
- Het woord 'meesterresultaat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.