• mee·do·gen·loos·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord meedogenloosheid meedogenloosheden
verkleinwoord

de meedogenloosheidv

  1. het meedogenloos zijn
    • De meedogenloosheid van de soldaten van de vijand was een reden dat men door bleef vechten. 
  1. onmenselijkheid, wreedheid, hardvochtigheid