Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mee·bui·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meebuigen
boog mee
meegebogen
klasse 2 volledig

Werkwoord

meebuigen

  1. iets volgen door te buigen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be