Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boog mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meebuigen

boog mee

  1. enkelvoud verleden tijd van meebuigen
    • Ik boog mee. 
    • Jij boog mee. 
    • Hij, zij, het boog mee. 


Gangbaarheid