• me·doc
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rode wijnsoort’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1814 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord medoc medocs
verkleinwoord

de medocm

  1. (drinken) (oenologie) rode wijn uit de Médoc, een wijnstreek in Frankrijk
    • Hij bestelde een fles medoc. 
50 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[2]