• me·dia·we·reld
enkelvoud meervoud
naamwoord mediawereld
verkleinwoord mediawereldje mediawereldjes

de mediawereldv / m

  1. alles en iedereen die betrokken is bij de productie van mediaproducties
     Nee, staatscensuur kwam niet voor, maar omdat de meeste kranten privébezit waren en rechts georiënteerd overheersten de rechtse partijen de mediawereld.[1]


  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535