Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·de·wet·ge·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord medewetgever medewetgevers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de medewetgeverm

  1. (politiek) instantie waarmee men samen wetten maakt
     Hij herhaalde dat hij als Kamerlid zijn grens tussen zijn rol als medewetgever en als controleur van de regering onvoldoende heeft bewaakt en noemde dat fout. Van der Steur benadrukte dat hij zich daar eerder bewust van had moeten zijn en dat hij zich ook eerder als adviseur had moeten terugtrekken.[1]
     Broekers: "Hoe zullen de Staten-Generaal zich in de komende 200 jaar ontwikkelen? Zullen zij dan nog dezelfde rol vervullen als medewetgever en controleur van de regering? Of overrulet 'Brussel' de nationale parlementen? Volstaat ons huidige systeem van representatieve democratie?"[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Van der Steur: ik heb niet gelogen over Teevendeal” (Donderdag 26 januari 2017, 17:35), NOS
  2.   Weblink bron “'Parlementaire democratie om trots op te zijn'” (Vrijdag 16 oktober 2015, 18:36), NOS