• me·de·pre·sen·ta·tor
enkelvoud meervoud
naamwoord medepresentator medepresentatoren
medepresentators
verkleinwoord

de medepresentatorm

  1. (beroep) iemand waarmee men samen een programma presenteert
     Hij deed het experiment omdat vrouwen wél nauwlettend in de gaten worden gehouden, zoals zijn medepresentator Lisa Wilkinson. "No one has noticed; no one gives a shit", aldus Stefanovic. "Maar als een vrouw de verkeerde kleur draagt, krijgt ze de wind van voren." Binnenkort gaat z'n pak overigens naar de stomerij.[1]
     Op 1 september begint de VARA met het nieuwe praatprogramma Pauw. Die show vervangt Pauw en Witteman, dat afgelopen seizoen stopte omdat medepresentator Paul Witteman het uitzendtijdstip tussen 23.00 uur en middernacht te laat vond.[2]


  1.   Weblink bron “Lunchbite! Presentator jaar lang in zelfde pak” (Zondag 16 november 2014, 12:40), NOS
  2.   Weblink bron “Jinek lost Pauw af in winterstop” (Donderdag 14 augustus 2014, 09:30), NOS