medaillekandidaat
- me·dail·le·kan·di·daat
- samenstelling van medaille zn en kandidaat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | medaillekandidaat | medaillekandidaten |
verkleinwoord |
de medaillekandidaat m
- (sport) iemand die kans maakt om bij de beste drie sporters van een wedstrijd te horen en dus een medaille te winnen
- ▸ Arno Kamminga is - net als over een paar weken bij de Olympische Spelen - medaillekandidaat. Ranomi Kromowidjojo is voorzichtig over haar kansen.[1]
- ▸ De gasten zijn de crème de la crème van de Nederlandse topsport, en in de meeste gevallen ook medaillekandidaat in Tokio. Deze week gaat Henry Schut in gesprek met Noël van 't End, wereldkampioen judo.[2]
- Het woord medaillekandidaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron NOS Sport“EK zwemmen begint en 'voelt als examen' voor Nederlandse toppers” (Zondag 16 mei 2021, 20:23), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Sport“Van ’t End: 'Judo is mijn plan A, geen excuses'” (Donderdag 3 september 2020, 09:42), NOS