max
Niet te verwarren met: max., Max |
- max
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | max | - |
verkleinwoord | - | - |
de max m
- (jongerentaal) hoogtepunt, iets wat niet beter kan
- Het is echt de max om Joeri terug bij ons te hebben. [1]
- Het woord max staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- max
- (verkorting) van maximum'
enkelvoud | meervoud |
---|---|
max | maxes |
max
- live life to the max
alles uit het leven halen
- (verkorting) van maximum
max m
- (spreektaal) enorme hoeveelheid
- «J’ai gagné un max de blé avec mon taf de cet été.»
- Ik heb een hele berg poen verdiend met mijn baan van deze zomer. [1]
- «J’ai gagné un max de blé avec mon taf de cet été.»