I en liten matvarebutikk (nærbutikk).
In een kleine levensmiddelenzaak (kruidenierszaak).
I en store matvarebutikken (supermarked).
In een grote levensmiddelenzaak (supermarkt).
  • mat·va·re·bu·tikk
Naar frequentie > 50000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   matvarebutikk     matvarebutikken     matvarebutikker     matvarebutikkene  
genitief   matvarebutikks     matvarebutikkens     matvarebutikkers     matvarebutikkenes  

matvarebutikk, m

  1. (bedrijf) levensmiddelenbedrijf, levensmiddelenwinkel, levensmiddelenzaak


  • mat·va·re·bu·tikk
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   matvarebutikk     matvarebutikken     matvarebutikkar     matvarebutikkane  
genitief                        

matvarebutikk, m

  1. (bedrijf) levensmiddelenbedrijf, levensmiddelenwinkel, levensmiddelenzaak