mastectomie
- Geluid: mastectomie (hulp, bestand)
- mas·tec·to·mie
- In de betekenis van ‘borstamputatie’ voor het eerst aangetroffen in 1979 [1]
- afgeleid van het Griekse 'mastos' (borst) met het achtervoegsel -ectomie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mastectomie | mastectomieën |
verkleinwoord | mastectomietje | mastectomietjes |
de mastectomie v
- (medisch) het amputeren van een vrouwenborst
1.
- Het woord mastectomie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mastectomie" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "mastectomie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ mastectomie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be