Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mas·sa·ter·reur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord massaterreur -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de massaterreurv / m

  1. terreur waarvan grote groepen mensen het slachtoffer worden

Gangbaarheid