martelhok
- mar·tel·hok
- samenstelling van martelen ww en hok zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | martelhok | martelhokken |
verkleinwoord | martelhokje | martelhokjes |
het martelhok o
- ruimte waarin men een mens of dier kwelt
- Het woord 'martelhok' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "martelhok" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be