• mar·te·dì
  • Ontstaan uit het Latijnse Martis dies (dinsdag, de dag van Mars).
enkelvoud meervoud
martedì martedì

martedì m

  1. dinsdag


Dagen in het Italiaans
lunedì
maandag
martedì
dinsdag
mercoledì
woensdag
giovedì
donderdag
venerdì
vrijdag
sabato
zaterdag
domenica
zondag



  • Ontstaan uit het Latijnse Martis dies (dinsdag, de dag van Mars).

martedì m

  1. dinsdag


Dagen in het Napolitaans
lunnerì, lunnedì
maandag
marterì, martedì
dinsdag
miercurì, miercudì
woensdag
gioverì, giovedì
donderdag
viernarì, viernadì
vrijdag
sàbbato
zaterdag
dummeneca
zondag