Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mars·mu·ziek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord marsmuziek
verkleinwoord marsmuziekje marsmuziekjes

Zelfstandig naamwoord

de marsmuziekv

  1. (muziek) muziek met een tweedelige maatsoort en een strenge cadans zodat men er goed op kan marcheren
     De omslag in de programmering kwam in de jaren tachtig. Niet langer alleen Strauss en marsmuziek. Cage, Steve Reich en Frank Zappa deden hun intrede. "Toen gebeurde het dat ineens de zaal leeg liep. Mensen begrepen het nog niet."[2]
     De bezwaren waren een jaar later kennelijk vergeten. Toen gebruikte de NSB het verfoeide theater, "het graansilo-ontwerp", voor bijeenkomsten. Het Polygoon-journaal deed er op de tonen van ferme marsmuziek verslag van.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Verliefd op het Concours Kerkrade” (Zaterdag 24 september 2011, 21:19), NOS
  3.   Weblink bron “NSB'ers wilden schouwburg Utrecht slopen” (Dinsdag 4 januari 2011, 19:25), NOS