marmerexploitatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mar·mer·ex·ploi·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord marmerexploitatie marmerexploitaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de marmerexploitatiev

  1. (mijnbouw) de exploitatie om marmer uit de grond te halen
    • De marmerexploitatie kwam op gang toen de vraag naar marmer steeg. 

Gangbaarheid