marmerexploitatie
- mar·mer·ex·ploi·ta·tie
- samenstelling van marmer en exploitatie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marmerexploitatie | marmerexploitaties |
verkleinwoord |
de marmerexploitatie v
- (mijnbouw) de exploitatie om marmer uit de grond te halen
- De marmerexploitatie kwam op gang toen de vraag naar marmer steeg.
- Het woord 'marmerexploitatie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.