• mar·mer·ach·tig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen marmerachtig marmerachtiger marmerachtigst
verbogen marmerachtige marmerachtigere marmerachtigste
partitief marmerachtigs marmerachtigers -

marmerachtig

  1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van marmer
    • Het paleis zag er mooi uit, maar de muren waren maar met marmerachtig behang bekleed, er zat geen echt marmer op.