Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·ri·ne·he·li·kop·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord marinehelikopter marinehelikopters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de marinehelikopterm

  1. (militair) hefschroefvliegtuig dat in gebruik is bij de zeemacht
     De regering stuurde een marinehelikopter. De helikopter zou twee mensen oppikken in de havenstad Sirte. Paul en een Zweedse evacuee, Rose. Maar het ging mis: Libische militairen namen de bemanning gevangen en ook Paul en Rose werden gearresteerd.[1]
     Afgelopen week kwam daar de beschuldiging bij, dat een marinehelikopter deze maand drie keer het Venezolaanse luchtruim schond. De regering van president Chávez diende een klacht in bij de Nederlandse ambassade in Caracas.[2]
Hyperoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Ingenieur Paul over mislukte evacuatie” (Dinsdag 14 juni 2011, 20:50), NOS
  2.   Weblink bron “'Lucht geklaard met Venezuela'” (Zaterdag 17 juli 2010, 07:47), NOS