marburgvirus
- Geluid: marburgvirus (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɑrbʏrəxˌfirʏs / (4 of 5 lettergrepen)
- mar·burg·vi·rus
- samenstelling van Marburg en "Duitse plaats waar de eerste beschreven gevallen zich voordeden" en virus zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marburgvirus | marburgvirussen |
verkleinwoord | marburgvirusje | marburgvirusjes |
het marburgvirus o
- (medisch) (virussen) soorten uit het geslacht Marburgvirus , veroorzaker van een ernstige en vaak dodelijke ziekte, die gepaard gaat met hevige bloedingen.
- zie de categorie Virussen in het Nederlands
- ebola, groene-apenziekte
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord marburgvirus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.