Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • man·nen·broe·ders
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - mannenbroeders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

mannenbroeders mv

  1. (geschiedenis) benaming voor mannen uit de gemeenschap van de vooroorlogse Gereformeerde Kerken in Nederland en de Anti-Revolutionaire Partij (ARP)
  2. (schertsend) benaming voor een verzameling mannen

Meer informatie

Gangbaarheid