• man·nen·broe·ders
enkelvoud meervoud
naamwoord - mannenbroeders
verkleinwoord - -

de mannenbroedersmv

  1. (geschiedenis) benaming voor mannen uit de gemeenschap van de vooroorlogse Gereformeerde Kerken in Nederland en de Anti-Revolutionaire Partij (ARP)
  2. (schertsend) benaming voor een verzameling mannen