ma·ke·len

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
makelen
makelde
gemakeld
zwak -d volledig

makelen

  1. (verouderd)overgankelijk tot stand brengen (van overeenstemming tussen partijen)
  2. inergatief als makelaar werkzaam zijn
    • Hij makelde enkele jaren in verzekeringen. 
29 % van de Nederlanders;
28 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be