mailing
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mai·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van mailen met het achtervoegsel -ing (uit het Engels) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mailing | mailings |
verkleinwoord | mailinkje | mailinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de mailing v
- (elektronische) post (helaas vaak reclame) die men naar veel contactpersonen tegelijk stuurt
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord mailing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mailing" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ mailing op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be