Nederlands

 
spotprent over de zittende magistratuur
Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·gis·tra·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord magistratuur magistraturen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de magistratuurv

  1. in principe iedereen die is verkozen of benoemd in een openbaar bestuursambt. In de praktijk wordt de term tegenwoordig alleen nog gebruikt bij de rechterlijke macht en bij burgemeesters
  2. alle leden van de rechterlijke macht
    • Ex-premier Silvio Berlusconi heeft de Italianen vrijdag opgeroepen om op 23 maart massaal de straat op te gaan om te betogen tegen de 'kanker van de magistratuur'. Hij besloot tot de stap, die voor een politicus in een West-Europese democratie ongebruikelijk is, daags nadat bekend was geworden dat het Openbaar Ministerie een nieuw onderzoek tegen hem heeft geopend. [2] 
    • Het bezwaar van de Raad voor de rechtspraak snijdt hout. Ook al is het begrijpelijk dat het openbaar ministerie soms kiest voor een schikking, dat bevordert de transparantie niet. Het schept een beeld van onderonsjes tussen de magistratuur en de malversant. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen