mafkikker
- maf·kik·ker
- samenstelling van maf bn en kikker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mafkikker | mafkikkers |
verkleinwoord | mafkikkertje | mafkikkertjes |
de mafkikker m
- (scheldwoord) (informeel) dwaas, malloot
- Het woord 'mafkikker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mafkikker" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be