Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • machts·wel·lust
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord machtswellust machtswellusten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de machtswellustm

  1. genoegen in het uitoefenen van macht bij voorkeur op willekeurige wijze

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen