• machts·cen·trum
enkelvoud meervoud
naamwoord machtscentrum machtscentra
machtscentrums
verkleinwoord

het machtscentrumo

  1. plaats waar de leiding gezeteld is
     Quispel moest zijn eerste glas van een drinkperiode opgedrongen krijgen door dat mysterieuze machtscentrum dat diep in hemzelf zetelde.[1]
     Klassieke politieke spionage, waarbij het ene land een spion stuurt naar het politieke machtscentrum in een ander land. In onze serie over Chinese beïnvloeding vandaag een inkijkje in hoe China het soms aanpakt: een geduldige operatie op Amerikaans grondgebied. Verslaggever Eelco Bosch van Rosenthal onderzoekt het.[2]
  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  2.   Weblink bron “De uitzending van 27 maart” (27-03-2021), NOS