• ma·chis·mo
  • uit het Spaans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord machismo
verkleinwoord

het machismoo

  1. overdreven, stoer, mannelijk gedrag
    • Er spookte afgunst door het claustrofobische woud van wolkenkrabbers. Deze stad wilde het beste New York van de wereld zijn en daarom was alles met onbeperkte financiële middelen groter, hoger, blinkender en nieuwer gemaakt dan in alle andere steden die op NewYork wilden lijken, inclusief New York zelf. Dit architectonisch machismo en stedenbouwkundig gepats overweldigde mij, dus het werkte wel. [2] 
    • De Mexicaanse regeringspartij gokt erop dat Mexico, dat bekend staat om zijn machismo, klaar is voor een vrouwelijk president. Josefina Vazquez Mota is door de partij naar voren geschoven voor de presidentsverkiezingen in juli. [3] 
60 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[4]
  1. machismo op website: Etymologiebank.nl
  2. Pfeiffer, Ilja Leonard
    "Grand Hotel Europa" 2018 ISBN 978-90-295-2622-7 pagina 522
  3. Tubantia Laura de Jong 07-02-12 Is Mexico klaar voor een vrouwelijke president?
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be