machinepark

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  machinepark    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ma·chi·ne·park

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  machine  en  park 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	machinepark	machineparken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het machinepark o

1. (bedrijf) alle machines die in een fabriek aanwezig zijn

   • Kort daarna kon Michaël starten als reliability ingenieur. “Ik werk ondersteunend voor de afdelingen koffie, kaas en wijn. Ik sta mee in voor de betrouwbaarheid van het machinepark, zoals koffiebranders en verpakkingsmachines”, vertelt hij. Van bij de start kreeg hij een ‘peter’ toegewezen die hem goed opving en bij wie hij naar eigen zeggen altijd terechtkan. “Ik krijg steeds meer verantwoordelijkheden. In een grote organisatie als Colruyt Group zijn er zeker en vast doorgroeimogelijkheden. Niet alleen een diploma telt, ook je wilskracht en doorzettingsvermogen.”  
   • De zware elektroheftruck voor bedrijven met grote machineparken is het nieuwste paradepaardje. Hyster verwacht dit jaar de eerste 30 te produceren voor een Duits bedrijf. Deze opdracht was het laatste zetje dat nodig was om de ontwikkelde elektrisch aangedreven truck ook daadwerkelijk in productie te nemen. 

Vertalingen

    1. alle machines die in een fabriek aanwezig zijn   

Engels: machine park (en)

Gangbaarheid

• Het woord machinepark staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.